Declaratie herstelzorg COVID-19 patiënten ná 18 juli
Minister Van Ark, Medische zorg, heeft het advies van het Zorginstituut overgenomen en besloten om eerstelijns paramedische herstelzorg voor patiënten die ernstige klachten hebben ten gevolge van COVID-19, tot het basispakket toe te laten. Deze zogenoemde voorwaardelijke toelating is tijdelijk en is per 18 juli direct ingegaan. De looptijd van de regeling is in eerste instantie een jaar.
De paramedische herstelzorg bestaat uit: 50 sessies fysio- of oefentherapie, 8 uur ergotherapie en/of 7 uur diëtetiek.
Aan deze voorwaardelijke, tijdelijke toelating zijn een aantal voorwaarden gesteld, welke hieronder verder beschreven worden.
Voorwaardelijke toelating
Gezien de urgentie om de nazorg van COVID-19 patiënten te borgen is de procedure van advies en besluit bij uitzondering versneld doorlopen.
Om in aanmerking te komen voor de tijdelijke aanspraak en de vergoeding van de geleverde zorg vergoed vanuit de basisverzekering gelden de volgende voorwaarden:
- Een verwijzing (voor fysio-/oefentherapie, ergotherapie en/of diëtetiek) door een medisch specialist of huisarts is vereist
- De eerste behandeling dient binnen één maand na verwijzing plaats te vinden
- De herstelzorg geldt voor een maximale duur van 6 maanden (vanaf de datum van de eerste zitting)
- Na 6 maanden vindt evaluatie plaats. Wanneer de zorg moet worden gecontinueerd, is een indicatie voor verlenging door een medisch specialist vereist
- De aanspraak is inclusief multidisciplinaire afstemming en coördinatie (dit maakt dus deel uit van de prestaties)
- Na 3 maanden rapporteert iedere betrokken paramedicus aan de huisarts over de voortgang van de behandeling
- De paramedicus handelt en rapporteert volgens de door de beroepsgroep gehanteerde standpunten en/of richtlijnen aangaande COVID-zorg en legt deze vast in het EPD
- De patiënt dient toestemming te geven dat de behandelgegevens (data) gebruikt mogen worden voor wetenschappelijk onderzoek.
Wetenschappelijk onderzoek
Op korte termijn zal er observationeel (retro- en prospectief) onderzoek gestart worden om meer inzicht te kunnen krijgen in de klachten, de ernst van de klachten en het herstel van patiënten na COVID-19. Patiënten die gebruik willen maken van de tijdelijke aanspraak, zijn verplicht deel te nemen aan dit onderzoek. Patiënten dienen voor deelname toestemming te geven.
Indien de patiënt geen toestemming geeft, kan er geen beroep worden gedaan op de tijdelijke aanspraak en zal de patiënt de behandelingen zelf moeten betalen.
Duur tijdelijke aanspraak
De tijdelijke aanspraak gaat in op 18 juli voor de periode van een jaar en geldt voor zowel nieuwe als lopende behandeltrajecten (indien verwijzing beschikbaar). De tijdelijke aanspraak geldt niet met terugwerkende kracht: reeds geleverde (en declareerde) zorg vóór 18 juli valt buiten de tijdelijke regeling.
Declaratie vanaf 18 juli uitstellen!
Gezien de urgentie van de regeling en de snelheid waarmee deze tot stand is gekomen en in werking treedt is de declaratie van de COVID-19 nazorg nog niet ingeregeld. Op dit moment wordt er hard gewerkt aan het vaststellen en inbouwen van de declaratie door de zorgverzekeraars. Als beroepsgroepen (SKF, KNGF, PPN) worden we hierin nauw betrokken.
Vanaf 18 juli kan er géén gebruik meer gemaakt worden van DCSPH 9363 met CSI 008/001 en zullen declaraties vastgehouden moeten worden tot nadere orde.
Er zullen twee nieuwe CSI’s voor COVID-herstelzorg worden vastgesteld icm DCSPH 9363. Eén voor COVID herstelzorg en één voor verlengde COVID herstelzorg. Zodra de CSI codes zijn vastgesteld en gepubliceerd moeten ze worden ingebouwd door de EPD leveranciers.
Zodra er meer informatie bekend is over de declaratie of het onderzoek naar herstelzorg van COVID-19 patiënten zullen wij u verder informeren.